Tunus XLIII

DSC_7218Jpeg (2)

 

Beste Carnavalisten,
Mag ik mijzelf even voorstellen aan diegene die mij nog niet kennen.
Mijn naam is John Veenendaal. Ik ben 53 jaar jong en geboren en getogen in het mooie Amersfoort.
Ik ben alweer 32 jaar getrouwd met mijn jeugdliefde Nicole, heb 2 dochters, Melissa en Chantal en 1 kleizoon Joey. De 2e kleinzoon wordt begin december verwacht.
Ik ben bijna 16 jaar werkzaam geweest als beroepsmilitair, 10 jaar werkzaam geweest in het gevangeniswezen en heb 8 jaar gewerkt bij Jeugdzorg als groepsleider.

Als tiener kwam ik voor het eerst in de Drietand bij de Carnavalleien, waar mijn toenmalig overbuurman Joop Snijders Tunus IV was geworden.
In deze periode werd ik al besmet met het carnavalsvirus.

Tussendoor heb ik nog in de Raad van Elf gezeten bij C.V. de Scheepsvaarders van VVZA waar ik 25 jaar gevoetbald heb.

Na jaren lol trappen werd het allemaal wat serieuzer. We gingen met een vriendengroep zelf thema’s bedenken die actueel waren en maakten daar dan zelf kleding voor welke werd gedragen met het groot carnaval. In deze periode hebben we al vele prijzen binnen gesleept.
Ook werd er al vaak aan mijn jasje getrokken of ik niet eens wilde nadenken om in de Raad te komen en zelfs of ik in de toekomst Tunus wilde worden.
Dit heb ik jaren tegengehouden omdat ik liever op de achtergrond werk.
Toch ben ik in 2009 toegetreden tot de Raad en ook daar heb ik jaren de boot afgehouden om Tunus te worden. Vele kratten bier zijn er al met weddenschappen verloren gegaan omdat vaste carnavalisten dachten dat ik dat jaar Tunus zou worden.

Ik ben benieuwd hoe de weddenschappen er nu voor staan want ik mag u vertellen dat ik dit jaar de “Koe” mag trekken als TUNUS XLIII.

Ik zal dit seizoen bijgestaan worden door mijn Prinses Nicole.
Wij worden begeleid door Jan Paul van der Steen en Melissa Veenendaal.

Wij hopen er dit seizoen samen met jullie als carnavalisten een knots knettergek carnaval van te maken.

Ons motto zal dan ook zijn:

Een knots knettergek carnaval!

Hoogachtend,
TUNUS XLIII